LOFAR 2.0 zorgt voor scherper zicht op het heelal

Astron, het onderzoeksinstituut dat ontdekkingen in de radiosterrenkunde mogelijk maakt, werkt aan een upgrade van LOFAR.

LOFAR is de mega-radiotelescoop die bestaat uit het centrale antenneveld met duizenden antennes in het veenkoloniale gebied bij Exloo, het hart van LOFAR. Rondom staan tientallen kleinere stations met nog eens duizenden antennes in Nederland en Noordwest-Europa, tot in Polen toe. Al die stations, die worden gevoed vanuit Exloo, zorgen ervoor dat LOFAR ( low frequency array , oftewel: lage frequentie antenne) steeds dieper kan doordringen in de ruimte.

Zoeken met tegels en sprieten
LOFAR bestaat uit twee typen antennes. Antennesprieten voor een lage frequentie en onder de zwarte tegels bevinden zich antennes voor een hogere frequentie. Tot nu toe werd of de ene of de andere antenneset gebruikt. Astron wil straks tegelijkertijd meten met beide typen antennen, daarmee komen er meer gegevens binnen over een groter golflengtebereik.
Het is eigenlijk alsof je de brillenglazen van LOFAR oppoetst en met een scherpere blik kunt kijken naar de puzzelstukjes van het heelal, doordat we het brilpoetsdoekje dat we maken met de ene antenne gebruiken voor het schoonmaken van de andere antenne.

Dé ontdekkingstocht voor de komende jaren in de sterrenkunde
De wetenschappers die met LOFAR werken kunnen straks sneller kijken en sneller reageren ook omdat in Italië en waarschijnlijk ook in Bulgarije stations bijgebouwd om de telescoop gevoeliger te maken.
Wat LOFAR straks beter kan zien? ,,Snel variërende fenomenen in het heelal. En daar snappen we op dit moment nog hoegenaamd niks van, wat dat precies zijn. Pulsars snappen we nu een beetje, dat zijn in elkaar geklapte sterren die heel snel ronddraaien. Maar dit zijn volstrekt andere dingen. We vermoeden dat ze iets te maken hebben met zwarte gaten in binnensten van melkwegstelsels. Maar het is echt nog een ontdekkingstocht. Dé ontdekkingstocht voor de komende tien, vijftien jaar in de sterrenkunde.’’

Gedeeltelijke bronnen